De stem die verdwijnt

-waarom autonome kunst onze maatschappij nú nodig heeft-

In de hedendaagse kunstwereld is een onzichtbare, maar zorgwekkende trend gaande. Autonome kunst – die kunstvorm die zijn eigen taal spreekt, los van commerciële of maatschappelijke verwachtingen – wordt steeds vaker veralgemeniseerd en afgezwakt tot een soort hobbyisme en entertainment. Wat ooit een krachtige, kritische stem was, verandert zo in een onopvallende eenheidsworst waarin scherpte, autonomie en diepgang verloren gaan.

Wat verliezen we als autonome kunst veralgemeniseerd wordt?

Autonome kunst is geen louter decoratief product of leuk tijdverdrijf. Het is een kritische dialoog, een prikkelend gebaar richting de maatschappij, de kijker en soms ook de kunstenaar zelf. Wanneer die autonomie wordt ingeperkt of opgegeven, verschraalt niet alleen de taal van de kunst, maar ook de functie ervan. Kunst wordt dan vooral amusement, zonder weerklank of urgentie.

De valkuil van veralgemenisering, hobbyisme en entertainment

Geen ruimte meer voor de kritische kunstenaar

Vaak gebeurt dit met de beste intenties: meer toegankelijkheid, meer verbinding, meer publiek. Maar in de praktijk betekent het vaak dat scherpe randjes worden afgerond, uitgesproken kritische boodschappen worden verzacht, en complexe verhalen worden teruggebracht tot vrijblijvende hobbyprojecten of entertainment. Het resultaat? Kunst die ‘voor iedereen’ is, maar nergens echt iets zegt, laat staan iets raakt.

In deze eenheidsworst is er geen plek voor kunstenaars die durven te wankelen, te twijfelen, te provoceren. Kunstenaars die autonoom werken, zijn vaak diegenen die maatschappelijke misstanden blootleggen of nieuwe denkrichtingen openen. Ze zijn geen producenten van veilig amusement, maar makers van betekenisvolle en vaak ongemakkelijke ervaringen. Door ze te marginaliseren, verliezen we een essentiële bron van vernieuwing en reflectie.

Onze maatschappij heeft profeten nodig

Meer dan ooit leeft onze samenleving in een tijd van snelle veranderingen, onzekerheden en diepgaande uitdagingen – van klimaatcrisis tot sociale ongelijkheid. Juist in zulke tijden hebben we profeten nodig: mensen die durven wijzen op wat er misgaat, die de gevestigde orde ter discussie stellen en ons uitnodigen anders te denken en te voelen. Autonome kunstenaars zijn die moderne profeten. Ze zijn de waakhonden en de visionairs die ons scherp houden.

Autonome kunst als spiegel en waarschuwing

Als autonome kunst verdwijnt, verliezen we niet alleen een expressievorm, maar ook de spiegel die ons confronteert met onze eigen blinde vlekken. We verliezen de waarschuwingen die soms ongemakkelijk zijn, maar noodzakelijk om verder te kunnen. Zonder deze stem dreigt de maatschappij in een comfortabel, zelfgenoegzaam verhaal te blijven hangen – een verhaal dat uiteindelijk niet houdbaar is.

Hoe houden we autonomie levend?

Het vraagt moed van kunstenaars én publiek om ruimte te geven aan autonome kunst. Om niet meteen te willen begrijpen, maar te willen ervaren. Om niet te kiezen voor gemak, voorspelbaarheid of entertainment, maar voor onbehagen, uitdaging en verrassing. Alleen zo blijft kunst een levend organisme, dat niet wegvaagt maar uitdaagt.

Conclusie

Autonome kunst is geen luxe of bijzaak. Het is een noodzakelijke impuls in een wereld die steeds complexer en onvoorspelbaarder wordt. Als we het veralgemeniseren en afzwakken tot hobbyisme en entertainment, verliezen we niet alleen een kunstvorm, maar ook een cruciaal venster op de wereld – scherp, oncomfortabel en onmisbaar.

Call to action:

Laten we niet meegaan in de valkuil van kunst als louter entertainment of vrijblijvende hobby. Kunst is méér dan amusement; het is een kritische stem die ons confronteert, uitdaagt en wakker schudt. Koester en bescherm daarom de autonomie van kunstenaars die durven te provoceren en diepere lagen willen raken. Alleen zo blijft kunst een kracht die betekenis geeft aan onze tijd en ons helpt de wereld écht te begrijpen.

(ps: het werk op de vlag en de uitleg: Titel werk:
ACHERONTIA ATROPOS LIBERTAS
Transformatie: vrijheid- gelijkheid-opstanding-vrede

Dit is mijn gebed, dat de mensheid dit alles mag ervaren.

Waar komt de naam vandaan? Acherontia: Acheron is de rivier van het lijden in de onderwereld en dit genus is dus een waardig onderkomen voor atropos.
atropos: Atropos is een van de drie schikgodinnen. Alpha is een ontkenning en topos is een keerpunt, een draai. Zij sneed de levensdraad door en de dood kon niet meer worden afgewend. In het derde deel van zijn Amoenitates Academicae (1756) publiceerde Linnaeus een verhandeling van zijn leerling Forsskahl waarin deze soort ‘caput mortuum’ wordt genoemd, de doodskop, maar in het twee namen-systeem van Systema Naturae (1758) moest de naam consistent uit één woord bestaan; Linnaeus handhaafde echter wel het thema van de dood.

In dit werk staat de pop van de ACHERONTIA ATROPOS centraal en daarin een Afrikaans meisje. In het thema van dekolonisatie staat ze symbool voor een enorme transformatie in de maatschappij. Maar ook de angst die dit met zich meebrengt. Angst en verwachting. Een soort gebed, maar ook een rode vlag, opmerkzaamheid. Laten we de rechten van de mens niet uit het oog verliezen.)